Remeha warmtepomp debietstoring A02.22, E02.24 & H02.23
Wanneer je bij jouw Remeha warmtepomp een A02.22, E02.24 of H02.23 ervaart is de volgende storing gedetecteerd: Storing omtrent de waterdoorstroming van het systeem. Dit houdt in dat het debiet te laag is binnen het verwarmingssysteem.
Volg de volgende beschreven stappen om tot een oplossing te komen.
1. Indien nodig reset het toestel
- Bij een waarschuwing A02.22: Geen reset benodigd.
- Bij een blokkering H02.23: Doe een power cycle door de stekker uit het stopcontact te halen voor 20 seconden en plaats vervolgens de stekker terug in het stopcontact.
- Bij een vergrendeling E02.24: Ga vanuit het hoofdscherm naar de foutcode of vergrendelingsmelding en druk kort op de draaiknop. Houd de draaiknop vervolgens ingedrukt om de reset uit te voeren.
2. Controleer de werking van de cv-pomp
- De warmtepomp start op wanneer er warmtevraag is. Luister of de cv-pomp in de binnenunit van de warmtepomp draait.
3. Lees de flow van het systeem uit
- Controleer parameter AM056 om de waterflow te meten:
- Voor een 4 kW-model: rond de 12 l/min.
- Voor een 6 kW-model: rond de 17 l/min.
- Voor een 8 kW-model: rond de 23 l/min.
- Voor een 10 kW-model: rond de 29 l/min.
- Als de gemeten flow afwijkt, volg dan deze stappen:
4. Controleer radiatoren en vloerverwarmingsgroepen
- Zorg ervoor dat alle radiatoren en vloerverwarmingsgroepen volledig open staan.
- Zijn er groepen gesloten of geknepen? Open deze dan om de doorstroming te optimaliseren.
5. Zorg voor onbelemmerde warmteafgifte
Verwijder (thermostaat)kranen, vooral in de referentieruimte waar de temperatuurmeting plaatsvindt.
Zo kan de warmte vrij worden afgegeven en functioneert de regeling optimaal. Hierdoor blijven het vrij doorstromende volume en debiet altijd constant en kunnen ze niet veranderen.
6. Controleer de cv-installatie
- Controleer de druk van de cv-installatie. Vul het systeem bij als de druk te laag is (aanbevolen hydraulische druk: 1,5 tot 2 bar bij een afgekoeld systeem).
- Controleer ook op eventuele lekkages. Zie: Wanneer en hoe moet ik mijn cv-installatie bijvullen?
7. Ontlucht het systeem
- Ontlucht de cv-ketel, warmtepomp, vloerverwarming en radiatoren om lucht uit het systeem te verwijderen.
8. Controleer en reinig het systeemfilter
- Controleer of het systeemfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig om een goede doorstroming te garanderen.
9. Lees de flow van het systeem uit
- Controleer parameter AM056 om de waterflow te meten:
- Voor een 4 kW-model: rond de 12 l/min.
- Voor een 6 kW-model: rond de 17 l/min.
- Voor een 8 kW-model: rond de 23 l/min.
- Voor een 10 kW-model: rond de 29 l/min.
- Als de gemeten flow afwijkt, volg dan deze stappen:
10. Controleer de pompsnelheid (parameter PP016)
- Deze moet ingesteld staan op de fabrieksinstelling van 100%.
- Belangrijk: Verlaag deze parameter nooit!
11. Controleer het debietsetpunt (parameter HP069)
- Indien het debietsetpunt (HP069) niet beschikbaar is, sla deze stap dan over.
- Deze parameter moet ingesteld zijn op:
- Voor een 4 kW-model: op 12 l/min.
- Voor een 6 kW-model: op 17 l/min.
- Voor een 8 kW-model: op 23 l/min.
- Voor een 10 kW-model: op 29 l/min.
- Belangrijk: Verlaag deze parameter nooit!
12. Lees de flow van het systeem uit
- Controleer parameter AM056 om de waterflow te meten:
- Voor een 4 kW-model: rond de 12 l/min.
- Voor een 6 kW-model: rond de 17 l/min.
- Voor een 8 kW-model: rond de 23 l/min.
- Voor een 10 kW-model: rond de 29 l/min.
- Als de gemeten flow afwijkt, volg dan deze stappen:
13. Indien bovenstaande stappen het probleem niet oplossen, controleer dan het gehele verwarmingssysteem:
- Zorg ervoor dat de klepafdichtingen van zowel de warmtepomp als de cv-installatie geopend zijn.
- Controleer of alle radiatoren en/of groepen van de vloerverwarming volledig geopend zijn.
- Controleer of de warmtepomp goed is ontlucht.
- Controleer of de circulatiepomp functioneert en voldoende vermogen heeft.
- Controleer of het filter op de retourleiding van de binnenunit schoon is. Reinig indien nodig.
- Controleer of de aanvoersensor schoon is en vrij van verontreinigingen.
- Reinig het volledige verwarmingscircuit, inclusief radiatoren, vloerverwarming en leidingen, indien nodig. Bij na-regeling of zone-regeling een parallel buffervat plaatsen.
- Bij na-regeling of zone-regeling een parallel buffervat plaatsen.